Nieuw Zeeland stond al een eeuwigheid op mijn bucket list, net als vliegen met de Airbus A380 en naar Dubai was ik eigenlijk ook wel heel erg nieuwsgierig. Ja, dan is er al snel een idee geboren en dus zat ik eind 2019 in de A380 richting Dubai. Daar twee dagen doorgebracht, moeten concluderen dat het eigenlijk allemaal best mallotig is daar in het Midden-Oosten, maar toch ook wel erg leuk (ik wil er zeker nog een keer naar toe, maar dan langer) om vervolgens door te vliegen naar Christchurch in Nieuw Zeeland.
Nieuw Zeeland, het land met de prachtige natuur, het land dat vrijwel alles heeft, van vulkanen tot fjorden, van imposante bergen tot de prachtigste stranden. In bijna 4 weken zouden we via de verkeerde kant van de weg een groot deel van het land gaan ontdekken.
Vanaf Christchurch ging de reis richting Mount Cook, om daarna richting Dunedin te gaan. Via de Catlins kwamen we vervolgens uit bij de Milford Sound. Na een prachtige boottocht door de Milford Sound vervolgden we onze weg richting Wanaka en de Fox en Franz Josef gletsjers. Na het ijs van de gletsjers was het strand aan de beurt. De prachtige stranden van Abel Tasman stonden op het programma, waarna we met de ferry de oversteek maakten naar Wellington op het Noordereiland.
Na Wellington ging de reis verder richting Tauranga waar we de geweldige Tongariro Alpine Crossing hebben gelopen. Via het altijd lekker ruikende Rotorua ging de reis naar de wereldberoemde “tiny houses” van Hobbiton om via Mount Maunganui de Coromandel te bezoeken en uiteindelijk in Auckland te eindigen.
Ik had overigens niet echt een reden om van zuid naar noord te gaan, behalve dat het qua planning beter uit kwam. Achteraf gezien was ik er wel blij mee dat we het zo gedaan hebben, omdat het bij Auckland een gekkenhuis was op de weg. In Christchurch ging het er toch een stuk gemoedelijker aan toe en dat bleek wel heel fijn als je nog nooit aan de linkerkant van de weg hebt gereden, in een auto met het stuur aan de rechterkant en het knipperlicht en de ruitenwisser welke ook omgewisseld zitten.
Na Auckland en omgeving verkend te hebben, stapten we in het vliegtuig richting de Cook Eilanden. Want ik had een foto gezien en Aitutaki zag er toch wel als een waar paradijsje uit. Bovendien was ik toch redelijk in de buurt, dus kon ik nog wel een paar dagen relaxen aan de trip vast plakken. Het was nog steeds een hele trip overigens, maar het was het wél waard. Wat een paradijsje. Hier vind je dus de parelwitte stranden, de wuivende palmbomen en de azuurblauwe zee.
Maar helaas, aan al het goede komt een eind en na 5 weken zat The Big Trip er op en was het tijd om naar huis te gaan. Ruim 37 uur van deur tot deur onderweg geweest en toen stond ik weer in m’n eigen vertrouwde huisje.
Maar oh, wat zou ik graag een hengeltje hebben, om vervolgens Nieuw Zeeland en de Cook Eilanden wat dichterbij te halen en het ergens op een uur of 5 vliegen in de zee te verankeren.

